De wateringen van Arendonk: een vloeiweidenproject met vele gezichten.

Het graven van het kanaal Dessel-Schoten in 1845-1846 had verstrekkende gevolgen voor de bevolking van Arendonk. Het zorgde voor werkgelegenheid, er ontstonden nieuwe landbouwgebieden, nieuwe industrieën… De Vaart was zelfs de oorzaak van de stichting van een nieuwe parochiegemeenschap. Bij gebrek aan mechanische hulpmiddelen werden tot het begin van de 20ste eeuw stevige manskerels, de zogenaamde boottrekkers of ketsers, aan het werk gezet die de boten langs de kanaaldijk voorttrokken.
Een van de industrieën die langs het kanaal werden opgericht was het dynamietfabriek. Vanaf 1882 werden er duizenden tonnen dynamiet geproduceerd die over de ganse wereld werden gebruikt. Het teloorgaan van de koolmijnen bracht ook de mot in de dynamietproductie. Deze werd vervangen door andere nijverheden. Verkavelingen brachten een weekendzone voort en restanten van oude fabriekshallen.
8 juni 1857: de Graaf van Vlaanderen legt de eerste steen voor de bouw van een grote jeneverstokerij. Naast de distillatie van bijna 20.000 Liter jenever per dag, waren er ook stoommachines voor het malen van graan en een oven voor de aanmaak van meststoffen.
De fabriek heeft maar een vijftal jaren gedraaid, toen ging ze failliet. De laatste muren van de gebouwen werden in de jaren 1960 afgebroken. De woning van de directeur van de fabriek, is tot vandaag bewaard gebleven.
Ten tijde van het ontwerp van de wateringen was de ganse streek heidegebied. De heidegronden werd eerst genivelleerd. Om de gronden vruchtbaar te maken gebruikte men het kalkrijk water van de vaart. Dat werd afgetapt ter hoogte van een watervang, een “prisen d’eau” of “prisdoos” in ’t Arendonks. Dat water werd dan geleid via een ingenieus systeem over de gronden. De techniek die daarbij gebruikt werd noemt men witteren. Het teveel aan water werd terug opgevangen en via de colateur teruggevoerd naar het kanaal Bocholt Herentals.
In de wateringen stonden in een eerste fase vijf modelboerderijen langs de dreven “Drève Leopold” en “Drève Louise”. Ze hadden ronkende namen zoals “Mijn Genoegen”, “Wellust”, “Wel Tevreden”, “Grasrijk” en “Zomerzorg”. Hoeven Zomerzorg en Wellust zijn het best bewaard. Tijdens de bloei van de wateringen werden nog een aantal pachthoeven bijgebouwd. Op het hoogtepunt van het project van de wateringen werkten er zoveel arbeiders dat een nieuw gehucht werd gevormd, de Watering. Voor hen was de kerk van het centrum zover weg dat ze, zoals ook in andere gehuchten, een kapel kregen om hun zondagse plichten te vervullen. Op 3 mei 1852 werd de kapel ingezegend, zoals te lezen is op de gedenksteen naast het portaal van de kapel.
De maatschappij die de 300 hectaren bestuurde, richtte hier een kaasfabriek in naar Hollands model. In 1859 leverden een zeventigtal koeien uit de locale boerderijen de melk voor een productie van 5 kazen per dag en 15 pond boter. De laatste muren werden afgebroken in de jaren 1960.
De lange rechte weg werd vroeger “de Yzeren Weg” genoemd, daarna “De Avenue Louise of Louisalaan ” en nu “de Wateringen”.
Al er geen hout voorhanden is, kan men turf gebruiken om te branden, dat wisten de bewoners van moerasgebieden al zeer lang. Turfsteken is zwaar werk, met speciaal gereedschap wordt de dikke veenlaag afgestoken en op dijkjes te drogen gelegd. Wat overblijft zijn putten die nadien nog als natte beemd kunnen dienen, of heide om de schapen te weiden. Hier in Arendonk en Postel was er volop hoogveen dat kon ontgonnen worden, Arendonk stond erom bekend, getuige nog de namen Moerenstraat, Klotputten, Luif goor, Daries, Postelse Moeren, Reuselse Moeren.

📏 5,5 km
🕑 2h50
📍 Fietscafé Brug 4, Moerenstraat 83, Arendonk
🏁 Fietscafé Brug 4,


ErfgoedApp Scanner le QR avec pour démarrer la visite ou démarrer la visite dans l'application